Rampenbestrijding en crisisbeheersing

In de Euregio Maas-Rijn zijn de bevoegdheden in de drie landen op het gebied van rampenbestrijding en crisisbeheersing op diverse niveaus belegd. In België is dit een taak van de nationale overheid, in Nederland en Duitsland ligt dit op regionaal niveau. Dit betekent dat er ongelijkheid is in afstemmingsniveau. Desondanks is het binnen EMRIC gelukt om goede operationele afspraken te maken voor grensoverschrijdende hulpverlening bij rampen en grote ongevallen. Deze afspraken zijn de uitwerking van internationale verdragen tussen de drie landen tot wiens grondgebied de Euregio Maas-Rijn behoort. Daarnaast zijn er binnen de Euregio Maas-Rijn nog overeenkomsten gesloten tussen de partners in EMRIC (zie onder 'Verdragen').

Bij rampen en grote ongevallen zijn veel mensen en middelen nodig. Er wordt daarbij uitgegaan van het principe: hulp halen bij de buurregio’s. In de grensrijke Euregio Maas-Rijn zijn de buren vaak buitenlandse buren. Daarom zijn binnen EMRIC afspraken gemaakt over wederzijdse hulpverlening bij grootschalige incidenten. In het zogeheten Eumed- en Emricdocument staan deze afspraken beschreven. In het Eumed-document wordt de spoedeisende medische hulpverlening geregeld. In het Emric-document wordt de brandweerzorg, technische hulpverlening, en de hulp bij CBRN-incidenten (chemische-, biologische-, radiologische- en nucleaire incidenten) geregeld.

De hulp wordt aangevraagd bij de buurmeldkamer(s) middels steekwoorden, die in de drie talen van de Euregio Maas-Rijn goed uit te spreken en te verstaan zijn. Verder is in de plannen geregeld waar de buitenlandse hulpdiensten ontvangen worden, wie de coördinatie ter plekke uitvoert en hoe de inzet verder verloopt. Voor Eumed geldt ook nog dat bekend is naar welke ziekenhuizen de patiënten vervoerd kunnen worden en hoe de patiëntenregistratie verloopt.

Bij rampen, grote ongevallen en crises is ook de informatie-uitwisseling van groot belang. Daartoe zijn binnen EMRIC afspraken vastgelegd in het plan ter euregionale informatie-uitwisseling. Ten behoeve van een eerste melding worden drietalige formulieren gebruikt. Vervolgens kunnen de diensten het incident volgen op de nationale of lokale crisismanagementsystemen (LCMS, ICMS).