“Het is een frisse ochtend. Carnaval is begonnen en het metrostation van Breda geeft een levendige indruk. De perrons lopen vol met mensen die op weg zijn naar hun werk en anderen die komen om carnaval te vieren.
Op een van de perrons passeren vier individuen. Deze mensen zijn echter geen gewone reizigers, zij hebben zojuist meerdere koffers geplaatst die gevuld zijn explosieven.
Elders op het perron bevindt zich een groep vrienden, opgewonden en klaar voor een weekendje carnaval. Ze zijn beladen met blikjes bier en zingen volle borst mee met de muziek die uit de draagbare speakers komt. De sfeer zit er goed in, tot plotseling een verwoestende explosie het metrostation van Breda op zijn kop zet. Er ontstaat paniek en mensen rennen in alle richtingen, wanhopig op zoek naar een uitweg.”
Bovenstaande tekst schildert de beginsituatie van een oefening die werd gehouden op woensdag 17 januari 2024 op het Nationaal Trainingscentrum CBRN (NTC CBRN) te Vught.
Deze oefening werd georganiseerd door de minor “Minor or Major disaster?” van de Hogeschool Rotterdam in samenwerking met de diverse hulpdiensten en het Nationaal Trainingscentrum (NTC) van Defensie.
Een van de studenten benaderde het EMRIC-bureau met een specifieke vraag. Hij wilde graag ook hulpdiensten uit België en Duitsland uitnodigen om als toeschouwer aanwezig te zijn bij deze oefening.
Het observeren van buitenlandse hulpverleningsdiensten ‘in actie’ bevordert immers de kennis en het begrip voor elkaars systemen en werkwijze. Dit stimuleert de samenwerking in onze werkgroepen en bij echte inzetten als "burenhulp" noodzakelijk is. Collega’s uit België van de hulpverleningszone DG en uit Duitsland van de Kreis Heinsberg en Stadt Aachen mochten deelnemen als waarnemer.
De oefening was groots van opzet en gaf een goed beeld van de inzet van de Nederlandse hulpverleningsdiensten en hun specialistische eenheden die bij een aanslag met gevaarlijke stoffen en een gijzeling betrokken zijn. De complexiteit die de afstemming, communicatie en coördinatie van eenheden bij een dergelijk groot incident met zich brengt vormde een grote uitdaging.
Tijdens de oefening werden contacten gelegd en praktijkervaringen gedeeld met collega’s van hulpverleningsdiensten in Nederland. De hoofddocent begeleidde de EMRIC-delegatie tijdens de oefening en er werd gesproken over mogelijkheden van een deelname aan een volgende oefening van Duitse en Belgische hulpverleningseenheden. Daarbij zouden taal- en inzetverschillen een onderdeel kunnen zijn binnen het scenario. Hij werd alvast uitgenodigd om als waarnemer bij een CBRN-oefening aanwezig te zijn die eind dit jaar in de oefenplanning van EMRIC is opgenomen.
Namens onze waarnemers wil het EMRIC-bureau de organisatie en deelnemers proficiat wensen met deze goed georganiseerde en geslaagde oefening.